Wat zijn we zwanger hè (deel 8)
Door Rick Westenenk
Titel: lampje aan, lampje uit: de eerste nacht.
Laat me je zeggen: “Pasgeboren baby’s kunnen echt helemaal niks.” Ze kunnen drinken, huilen, slapen en poepen. En dat is het. Voor wie dacht dat je er al direct contact mee krijgt: think again. Hij kijkt straal langs je heen naar een lamp, want dat is interessanter dan jouw gezicht. Ondertussen ben jij wel diegene waar je kindje op terug kan vallen, aangezien hij nog niets zelf kan.
Wat deze verantwoordelijkheid met je doet merkte ik meteen vanaf de eerste nacht. Nadat de opstarthulp ons even snel wegwijs voor de nacht had gemaakt, sta je er nu alleen voor. We stoppen ons kindje goed in: muts op en twee kruiken om warm te blijven. Knippen het licht uit en ook wij gaan slapen. Top. Hij slaapt, wij slapen: dit gaat de goede kant op.
Totdat ik vanuit de co-sleeper een rochelend geluid uit mijn pasgeboren zoon hoor komen. En het eerste wat bij mij in m’n hoofd schiet: “Oh nee, hij stikt.” Knip, licht aan. Ik werp een blik in de co-sleeper en zie mijn zoon tevreden met z’n ogen dicht liggen. Geen vuiltje aan de lucht. Ik knip het licht weer uit en vijf minuten later hoor ik hetzelfde gerochel. Knip, licht aan. En mijn zoon kijkt verbaasd mij kant op, want er staat een lamp achter mij aan, die hij nu mega interessant vindt.
Zo gaan we een paar keer over en weer, totdat ik besluit de lamp niet meer aan te zetten. Dat gerochel gaat vanzelf wel over. En dat gebeurt ook. Maar ook dit zit niet lekker bij mij. Hij is nu wel heel stil en ik hoor hem volgens mij niet eens meer ademen. “Oh shit, hij ademt niet meer.” Knip, licht aan. Ik kijk in de co-sleeper en zie dat mijn zoon vredig ligt te slapen. Toch check ik nog even met mijn vinger onder zijn neus over er wel lucht uit komt. En warempel hij ademt compleet normaal. Ik knip het licht weer uit en denk bij mezelf: “Volgens mij word ik helemaal paranoia. Ik hoop niet dat dit elke nacht zo blijft gaan.”
Gelukkig kan ik je vertellen, dat dit alleen bij de eerste nacht is gebleven. Nadat je erachter komt dat niet ieder geluidje slecht is, kan je de tweede nacht vredig slapen. Nu kan hij liggen te rochelen en weet ik dat er niet zoveel aan de hand is. Baby’s kunnen toch wel iets zelf. Ze kunnen je de stuipen op het lijf jagen. Zeker in het begin, maar dat zwakt vanzelf af. En gelukkig vinden ze jouw gezicht na een tijdje ook interessanter dan de lamp die je af en toe nog eens aanknipt.