Na de geboorte van de baby komt er tussen de vijfde en achtste dag een medewerker van de GGD langs voor de hielprik en de gehoortest.

Hielprik
De hielprik kan vanaf 72 uur na de geboorte worden afgenomen. Bij de hielprik wordt er wat bloed afgenomen uit de hiel van de baby. Dit bloed wordt opgestuurd en gecontroleerd op erfelijke ziekten. Bij al deze ziekten is vroege opsporing van groot belang om ernstige schade aan lichamelijke en/of geestelijke ontwikkeling te voorkomen of te beperken. De meeste ziektes zijn niet te genezen maar wel te behandelen met een dieet of medicatie. Als je binnen vier weken geen bericht hebt gekregen, is de uitslag goed. Deelname aan de hielprik is niet verplicht en er zijn geen kosten aan verbonden.

Gehoorscreening
De gehoortest wordt tussen de vijfde en achtste dag na de geboorte uitgevoerd. De gehoortest is bedoeld om afwijkingen aan het gehoor op te sporen. Tijdens de gehoortest wordt er een dopje in het oor van de baby gestopt. Deze geeft een signaal af wat het trommelvlies in trilling brengt. Een goed aangelegd oor is in staat een signaal terug te geven, dit signaal wordt weer opgevangen door het apparaat. Beide oortjes worden getest. Als de test negatief uitvalt dan wordt de test ongeveer twee weken later herhaald. Vaak is de oorzaak dat er water of oorsmeer de doorgang van het signaal belemmerd. Na twee keer een negatieve test wordt er doorverwezen naar een KNO arts. De gehoortest is niet verplicht en er zijn geen kosten aan verbonden.